E.H.B.O. vereniging Vlissingen
Inleiding
De belangrijkste infecties die via bloed kunnen worden overgedragen zijn Hepatitis B, Hepatitis C en HIV infectie.
Overdracht van deze infecties kan plaatsvinden door te prikken aan een verontreinigde naald, transfusie of transplantatie, blootstelling van de slijmvliezen (mond, neus, ogen) of beschadigde huid
( wonden, natte eczeem) aan een besmettingsbron ( bloed, wondvocht, sperma). Doel van het protocol is de kans op besmetting met hepatitis B bij incidentele blootstelling zoveel mogelijk te beperken.
Dit protocol is bestemd voor gebruik binnen de groep hulpverleners van onze vereniging.Het is algemeen gesteld om breed toepasbaar te zijn.
Deze richtlijnen zijn ook van toepassing ter voorkoming van andere besmettelijke ziekten zoals hepatitis C, een recent ontdekte leverontsteking en AIDS.
Deze ernstige infectieziekte is minder besmettelijk dan hepatitis B, maar de besmettingsweg komt globaal overeen, n.l. via bloed- en seksueel contact.
Protocol prikincident
- Neem allereerst de gewone hygiënische maatregelen.
- Noteer bij verwondingen of besmetting van de slijmvliezen van de slijmvliezen, zo mogelijk, alle beschikbare persoonsgegevens van de ?donor?ten behoeve van de huisarts.
- Een prikaccident wordt geregistreerd als bedrijfsongeval en dient daarom te allen tijde gemeld te worden bij de arbocoördinator
- Prikaccidenten en andere besmettingen met bloed kunnen meestal worden voor komen door hygiënisch en veilig te werken
De verwonde moet DIRECT eerste hulp toepassen.
Wond:
- Goed laten doorbloeden
- Daarna 2 minuten spoelen met stromend water of fysiologische zoutoplossing
- Daarna desinfecteren met Betadine jodium 1% of chloorhexidine 0.5% in alcohol 70%
Ogen, neus of mondholte:
- 2 minuten spoelen met stromend water of fysiologische zoutoplossing.
- Geen desinfectans gebruiken.
Hoe kan je jezelf beschermen?
* Werk veilig en volgens protocol
- Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
- Berg gebruikte naalden veilig op en lever deze in bij de apotheek of de chemokar.
- Meld gevaarlijke / risicovolle situaties bij de coördinator
|
|